Wonen op het water in Erfgoedhavens Rotterdam

Dit bericht is overgenomen uit de Stadsruit van mei 2025:

In deze editie van de Stadsruit maken wij kennis met de schipbewoners Mirjam Groenendijk en Arjan van Caspel. Zij wonen al meer dan dertig jaar op-en in dit unieke stukje erfgoedhavens. Hun schip ligt tegenover het Wittehuis in de Scheephavenskade. Met een heerlijk zonnetje aan het eind van de dag en de stad en scheepsgeluiden op de  achtergrond vind het interview plaats. Miriam benoemt lachend dat het wonen op een schip midden het centrum behoorlijk lawaaiig kan zijn. Op hetzelfde moment komt er ook net een veegauto van de Roteb voorbij.

Voordat Arjan in 1988 zijn eerste schip, de klipper Midwinter had gekocht, had hij vier jaar als matroos op de bruine vloot, charterjachten gevaren. Hier is zijn liefde voor het water en varen begonnen. Daarnaast is Arjan ook heel handig en timmerde en schilderde hij erop los. Doordat hij klusje deed voor liggers in de Oude Haven, leerde hij dit plekje en de mensen goed kennen. Sinds 1990 is hij ook een van de gelukkige die een ligplaats in de Oude Haven heeft weten te bemachtigen.

De aankoop van zijn eerste schip gaf nog wel een strijd. “De beheerders van de Erfgoedhavens hadden wel hun bedenkingen of een jong broekie van 24 wel genoeg geld, tijd en zin had om zo’n oud klippertje op te gaan knappen. Het was een open badkuip met gestort puin in de bak”. Miriam vult aan dat zij gelukkig pas een paar jaar later “aan boord is gekomen”. Ze leerden elkaar in het uitgaansleven van Rotterdam kennen en al snel waren ze verliefd.

Maar niet alleen in de liefde bleken ze elkaar te hebben gevonden, ook in het werk. Samen zijn zij in 1998 het bedrijf Midwinter Timmerwerken en Decoratie gestart, waar Arjan zijn timmer, las en constructiewerkzaamheden uitvoert en Mirjam met haar kunstacademie achtergrond, het ontwerp, decoraties en illustraties van decors, tentoonstellingen en interieurs voor haar rekening neemt.

De naam van hun bedrijf is afgeleid van de eerste klipper die Arjan had gekocht. Tegenwoordig is de klipper als werkschip/ atelierschip ingericht. Je daalt af in de kuip van het schip en je bevind je gelijk in de timmerwerkplaats. Wonen doen ze met hun kinderen op de Janssen 61, die naast de klipper aangemeerd ligt. Hier bevinden zich het kombuis en de hutten.

Het onderhouden en restaureren van de schepen kost veel tijd en geld. Zeker omdat beide schepen door hun zelf in fases wordt gerestaureerd. Daarnaast moeten de schepen met een CvO, Certificaat van Onderzoek, eens in de vijf jaar gekeurd worden. Dat betekent dat het schip op de helling gaat, afgespoten moet worden en er reparaties en onderhoud uitgevoerd kan worden, zoals het aanbrengen van een nieuwe antifouling laag.

Door de keuringmeester wordt er gekeken naar de dikte van het staal, de gasinstallatie, de stuurinrichting, brandveiligheid etc. “Al met al zijn deze keuringen vrij kostbaar, een bezoek aan de tandarts is goedkoper”. Vroeger was er elk jaar een schouwcommissie,  “die kwam kijken of je wel de juiste klinknagels gebruikt en of de restauratie plannen wel op tijd werden uitgevoerd. Dat is gelukkig iets soepeler geworden. Wij zijn toch ook afhankelijk van onze inkomsten om weer een stukje schip te restaureren en daar is ook begrip voor”.

Mirjam en Arjan hebben weinig last van toeristen. Het gebeurt wel eens dat toeristen ineens op het bankje bij hun aan boord komen zitten, maar meestal zijn dat buitenlandse toeristen die dan niet weten of begrijpen dat dit privé terrein is. Maar echte problemen geeft dit niet. De Oude Haven is een druk uitgaansgebied, dat maakt het ook wel gezellig. Zo is de Oude haven ook het ontmoetingspunt van de voetbalsupporters, maar dat wordt volgens Mirjam en Arjan altijd heel goed begeleid.

 

 

“Enige overlast is pas later na de wedstrijd, als ze dronken zijn en stom lazarus over de kade zwalken. Dat is ook best wel gevaarlijk, want als je dan met je dronken kop aan de kade staat te pissen, kan je zo in het water vallen. Dat is toen ook met een buitenlandse toerist gebeurt. Ze hebben toen zijn lijk in het water gevonden, maar gelukkig waren wij er toen niet”.

Dat mensen in het water vallen en verdrinken komt blijkbaar vaker voor. Zo vertelt Mirjam dat een goede vriend van hun ook verdronken is in de Oude Haven. “Die logeerde bij zijn broer op het schip en na een avond stappen, maakte die een misstap op de loopplank en viel in het water. Zijn broer sliep al en vond zijn broer de volgende dag in het water”. Voor Mirjam was dit een traumatische ervaring. Vanaf dat moment slaapt Mirjam niet echt meer rustig als Arjan of haar zoon gaan stappen. “Pas als zij weer veilig aan boord zijn kan ik weer lekker rustig slapen, terwijl wij toch een hele veilige loopplank hebben”.

Vroeger waren Mirjam en Arjan heel erg met veiligheid aan boord bezig. “Toen wij kinderen kregen hebben we ook een grote speelkooi  op het schip gemaakt, met schommels en een zandbak, zodat de kinderen daar veilig konden spelen”.

Het wonen op het water, zeker in het centrum van de stad, kent zeker zijn voor-en nadelen. Mirjam benoemde al de herrie van auto’s. “Maar ook de scheepsgeluiden, zoals lassen en timmeren geven je ook wel eens het gevoel dat je op een werkplaats woont”. Maar al met al wegen de voordelen op tegen de nadelen.

“Het voelt alsof we in klein-Venetië wonen, wonen op het water en omringd door toeristen. Als je dan hoort hoe euforisch toeristen reageren op de historische boten, het Wittehuis en de terrassen in de Oude Haven, dan ben je toch knetter trots hier te mogen wonen”.