Rotterdam 24 april 2016 D.J. Hoogstad:
Ik heb het schip uit liefde voor het varend erfgoed en het zeilen met platbodems, ca 20 jaar gelden volledig gerestaureerd naar het oudste beeld dat ik had van het schip.
Onderzoek via de archieven van de “Schuttevaer” (ik wist de plaats en ongeveer de datum van de tewaterlating) had mij in contact gebracht met de erven van de schipper in Goudenrak voor wiens rekening het schip gebouwd was. Die hadden een tekening van een klipper, de Paulina, waarop hun vader, grootvader gevaren had. De verhoudingen op de tekening kwamen heel aardig overeen met die van de Pauline Elisabeth. De tekening is later geplaatst in het boek “Schippers en Schepen uit Goudenrak”. Later bleek dat die tekening de gewenste klipper van de schipper uit die tijd was maar dat het schip oorspronkelijk korter gebouwd is. Het schip is midden vorige eeuw verlengd waardoor het daarna heel aardig overeen kwam met de gewenste oorspronkelijke afmetingen. Doordat toen verdere informatie ontbrak is het schip terug gerestaureerd naar het gewenste oorspronkelijke beeld.
Later is via de liggers van de scheepsmetingsdienst in het Maritiem museum veel meer bekend geworden van de geschiedenis van het schip.
Erfgoedhavens:
De Pauline Elisabeth is gebouwd als klipper van ruim 24 meter. Volgens de eigenaar als tweemast rivierklippertje, met een bezaanmastje om onder de bruggen te kunnen zeilen. Het enige ‘bewijs’ hiervan is een tekening die uit de overlevering is gekomen, maar is voor een schip van die afmetingen zeker niet gebruikelijk. Het schip is vroeg (20-er jaren) gemotoriseerd en heeft toen ook een nieuwe roef gekregen. Verder is ook de den vervangen en zijn tuig en mastdek verwijderd, daarmee is er dus één luikenhoofd van gemaakt. In 1960 is het schip verlengd tot ruim 30 m. Waarschijnlijk is toen ook het boeisel voor een groot deel verwijderd. Het schip is sinds 1993 opnieuw als zeilende rivierklipper opgebouwd. Er is weer een mastdek gemaakt en het boeisel is weer netjes in de lijn van het schip teruggeplaatst.